ACHTERGRONDARTIKEL| Dunne modellen op de catwalk bepalen al jaren het voornaamste modebeeld. Toch blijft de kritiek op het gewicht en de gezondheid van modellen terugkomen. Tijdens de Amsterdam Fashion Week zetten twintig partijen uit de Nederlandse modewereld een handtekening onder het convenant. Gaat dit convenant het verschil maken binnen de modewereld als het gaat om de gezondheid van modellen?
Tekst: Jacintha van den Brink
De Amsterdam Fashion Week was dit jaar niet alleen het decor van modeshows, bijzondere collecties en een blik op de nieuwe trends. Op vrijdag 8 juli presenteerde staatssecretaris Van Rijn (VWS) een convenant, een overeenkomst tussen de overheid en andere partijen. Het ministerie van Volksgezondheid is samen met de maatschappelijke organisatie ‘Alles is gezondheid’ mede-initiatiefnemer van de aanpak. Om modellen er fitter uit te laten zien en wat te doen aan de discussie over te dunne modellen, tekenden twintig partijen voor kwalitatief goed opdrachtgeverschap, deskundige begeleiding van modellen, het betrekken van de ouders bij de carrière en een realistischer beeldvorming in de media. Onder de tekenaars bevinden zich modellenbureaus, ontwerpers, confectie-industrie, een casting director, een stylist en verschillende modemedia. Voorbeelden zijn: Vogue, Harper’s Bazaar, Ulla Models, Touché Models, Amsterdam Fashion Week en MC Collignon. Fashion Council NL moet als onafhankelijke instantie met expertise en autoriteit de uitvoering van deze belofte volgen, fungeren als meldpunt en verzoeken van nieuwe ondertekenaars beoordelen. Nederland kent geen wetgeving omtrent modellen of modecampagnes.
Erkennen dat gezondheid essentieel is voor de uitoefening van het modellenvak: Modellen er bewust van maken dat modellenwerk ‘topsport’ is en een goede gezondheid belangrijk is om het werk vol te houden.
Het geven van een realistisch beeld van het modellenwerk, waarbij de aandacht wordt gevestigd op de gezonde leefstijl van modellen; dit bij de casting van modellen.
Elkaar aanspreken op en het signaleren van een ongezonde of ongewenste situatie; dus bijvoorbeeld modellenbureaus die elkaar aanspreken als zij een ongezonde situatie bij een model constateren.
Het geven van professionele begeleiding over voeding en het omgaan met stress en druk Begeleiding door een professional – voedingsdeskundige, mental coach of personal trainer – om de modellen te ondersteunen.
Andere landen gingen Nederland voor| Dit convenant is niet zomaar gepresenteerd. In verschillende landen als Frankrijk, Denemarken en Israël is het onderwerp ‘te dunne modellen’ ook een discussie en heeft het eerder al tot een convenant en zelfs wetgeving geleid. Door onder andere de wereldwijde campagne van de Israëlische modefotograaf Adi Barkan lijkt er beweging te zijn gekomen in de beeldvorming van modellen. Hij strijdt al jaren tegen anorexia in de modewereld met zijn campagne. In 2014 leidde dit tot een officieel keurmerk voor mode-advertenties in Israël. Dit keurmerk eist dat een model een minimale Body Mass Index (BMI) van 18,5 heeft. Een model van 1.75 moet dan 55 kilo wegen. Daarnaast moeten merken het vermelden wanneer modefoto’s zijn bewerkt.
Afgelopen december werd in Frankrijk een soortgelijke wet aangenomen. Wanneer foto’s gephotoshopt in campagnes verschijnen, moet daar een ‘gemanipuleerd’ label bij staan. Gebeurt dit niet, dan krijgt het merk een boete van 75.000 euro. Daarbij riskeren de verantwoordelijken een celstraf van zes maanden. Voor modellen is het wettelijk verplicht een doktersbriefje te hebben met daarop de toezegging van een arts dat er sprake is van een gezond gewicht. Franse wetgevers hebben ervoor gekozen om dokters te laten bepalen of iemand te dun is. Naast BMI kunnen zij dan ook factoren als leeftijd en lichaamsbouw meenemen.
‘Beeldvorming en begeleiding insteek van convenant’
Op de website van ‘Alles is gezondheid’, zijn de punten van het convenant terug te vinden en komt het tegengaan van anorexia niet als een letterlijk doel ter sprake. De beeldvorming en de begeleiding lijkt de insteek van dit convenant. Volgens ondertekenaar Freek Koster, directeur van Touché Models, is het tijd om te luisteren naar het publiek: “Modellen zijn toch een soort rolmodellen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen gewoon fit en gezond uitziende modellen willen zien. Als agentschap is het dan ook belangrijk om modellen er gezond uit te laten zien.” Door het convenant wordt het ook mogelijk voor modellenbureaus om elkaar aan te spreken. “Zo hopen we dat steeds meer agencies zich aansluiten en doen ze dat niet, dan zijn het gewoon geen erkende modellenbureaus.” Een gevolg kan zijn dat modellenbureaus en organisaties die modellen begeleiden deze bureaus als onbetrouwbare opdrachtgevers bestempelen.
Vraag naar gezonde modellen| In samenwerking met het tijdschrift VIVA deed EenVandaag in 2015 onderzoek onder 20.000 deelnemers naar de beeldvorming van modefoto’s. Hieruit blijkt zelfs draagvlak voor een verbod op modellen met maat 32/34. Volwassenen (63%) en jongeren (65%) die deelnamen aan het onderzoek, zijn voor een verbod in Nederland. De voornaamste reden is dat ze weinig vertrouwen hebben in dat modehuizen uit zichzelf dit beeld veranderen en dat modellen nu een negatieve voorbeeldfunctie hebben voor de jeugd. Bijna de helft (47%) van de meiden tussen de 12 en 24 jaar geeft in het onderzoek aan dat te dunne modellen veel invloed hebben of hebben gehad op hun zelfbeeld, vooral in negatieve zin. CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot reageerde destijds op het onderzoek van EenVandaag, met het verzoek aan staatssecretaris Van Rijn om een convenant te sluiten met de mode-industrie. Dit om het gebruik van superdunne modellen in Nederland aan banden te leggen. “Vorig jaar heb ik via schriftelijke vragen de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verzocht om via een convenant concrete afspraken te maken met de mode-industrie, modebladen, modellenbureaus en patiëntenverenigingen.”
Volgens haar is een convenant effectiever dan wetgeving. “Voor het slagen van zo’n modewet zoals in Frankrijk is het van belang dat er ook draagvlak bij de mode-industrie zelf is. Daarom vind ik het Deense model beter. Daar hebben driehonderd organisaties die actief zijn op modegebied afspraken met elkaar gemaakt, zoals wat te doen met samples en begeleiding van modellen.” De gedachte hierachter is volgens Bruins Slot dat als dit soort afspraken binnen de mode-industrie zelf gemaakt worden, de modebedrijven zich meer verantwoordelijk voelen en zich sterker inzetten voor verbetering. Het gegeven ‘te dun’ blijft terugkomen ter onderbouwing dat er iets moet gebeuren binnen de modellenwereld, maar waar die grens dan precies ligt, wordt niet duidelijk.
‘Modebedrijven moeten zich meer verantwoordelijk voelen’
Te kort door de bocht| Het convenant is er, maar de kwestie van ‘te dunne modellen’ lijkt niet zo helder als voorstanders van het convenant doen overkomen. Eerder reageerde Sanne Groot Koerkamp, hoofdredacteur van Glamour, dat het een lastige kwestie is die ‘te kort door de bocht’ wordt besproken. Modellen zijn volgens haar niet een afspiegeling van de maatschappij of de norm voor een gemiddelde vrouw, maar een voorkeur van de designers zodat hun kleding zo goed mogelijk naar voren komt: “Op deze manier kunnen ze hun kleding showen alsof een klerenhanger de catwalk opgaat. Billen en borsten zouden afleiden van de kleding zelf”. Ook zijn de meeste modellen volgens haar een jaar of zestien en zijn die meisjes vaak heel dun, reageerde ze in een artikel van Joop.nl.
Yannick Kranstauber, directeur van Alpha Male Model Management, werkte jaren als stylist samen met modellen en vertegenwoordigt nu mannelijke modellen met zijn agency in Amsterdam. Hij ziet modellen ook niet als rolmodel: “Een model is een perfectie die de samenleving wil zien en ik vind het onzin dat mensen dan roepen dat modellen te dun zijn. Over het algemeen vinden mensen dun mooi en dan heb ik het niet over maat 32, maar over maat 36.” Kranstauber is voorstander van goede gezondheid bij modellen, maar vindt dat dit voornamelijk vanuit modellenbureaus zelf moet komen. “Bij dit convenant vraag ik mij af of dit echt te controleren valt. Het is goed om modellenwerk een meer beschermd beroep te maken, want iedereen kan zichzelf nu modellenbureau of model noemen. Ik denk dat je wel moet oppassen dat bepaalde mensen vanuit de politiek of gezondheidsorganisaties zich met je bureau gaan bemoeien die daar eigenlijk geen verstand van hebben.”
“Er staat niet concreet in wat er gaat gebeuren”
Vraagtekens bij convenant| Bij Oud-model Imme Visser roept het convenant ook vragen op en ze reageerde kritisch tegenover NOS. “Ik vind dit soort initiatieven altijd een beetje onzin. Er staat niet concreet in wat er gaat gebeuren.” Volgens Visser is het convenant in theorie heel mooi, maar zou het pas echt werken als er concrete regels komen. Ze pleit ook voor een soort vakbond, waarmee modellen samen bureaus aansprakelijk kunnen stellen die zich er niet aan houden.
Kranstauber weet niet of hij het gaat ondertekenen: “Ik heb alleen jongens in mijn bestand en de kwestie van ‘te dun’ speelt in mijn ogen meer onder vrouwelijke modellen.” Wat hij dan bestempelt als ‘te dun’ zijn modellen die zichzelf uithongeren. Die hebben volgens hem een ingevallen gezicht, een slappe huid en zien er gewoon afgepeigerd uit omdat ze geen energie uit hun eten halen. “Maar ik kom dat bij Nederlandse modellen eigenlijk niet echt tegen.”
Het convenant is pas door twintig partijen getekend. Het feit dat zes modellenbureaus hebben getekend, waar Amsterdam al bijna dertig agencies telt is opvallend. Daarnaast lijkt de beeldvorming uiteenlopend te zijn. Voor de een is een model weldegelijk een rolmodel voor het publiek en voor de ander is een model meer een element voor het tonen van kleding. Volgens Kranstauber moet het convenant groeien. “Als het een movement wordt dat echt iets bereikt, dan ben ik daar graag onderdeel van. Voor nu vind ik het niet duidelijk hoe realistisch het is om de gemaakte afspraken echt te controleren.” Door het abstracte karakter van het convenant en de uiteenlopende visies op de rol die een model inneemt, is het de vraag of partijen die nog niet hebben getekend wel echt de druk voelen om zich ook aan te sluiten. Daardoor is de het doel van het convenant om echt iets te veranderen nog niet zeker, maar het wie weet een begin.
Bronvermelding beeld:
– Mandiberg via Visualhunt.com